‘Institutionele adoptie van crypto bereikt een kantelpunt’

De chief investment officer van de vermogensbeheerder Apollo Capital, Hendrik Andersson, liet onlangs in een interview met Cointelegraph weten dat hij nauwlettend kijkt naar de institutionele adoptie van cryptocurrencies. Volgens hem bereikt dit vroeg of laat namelijk een cruciaal kantelpunt, waarna het niet investeren in cryptocurrencies eigenlijk onmogelijk wordt.

Adoptie in een stroomversnelling

Volgens Andersson begon de adoptie van cryptocurrencies door grote financiële bedrijven langzaam. Grote spelers zijn nog altijd vrij terughoudend om in zee te gaan met de crypto industrie. Echter, volgens Andersson begint dit beetje bij beetje te veranderen. Volgens hem zijn er in Australië bijvoorbeeld een heleboel instituties die enkel nog op het juiste moment wachten om in te stappen.

Het zal nog wel even duren voordat de allergrootste instanties, bijvoorbeeld de pensioenfondsen, ook overtuigd zullen zijn van de potentie van de crypto industrie, aldus Andersson. Desondanks is dit slechts een kwestie van tijd, stelt de topman bij Apollo Capital.

“Het is nog vroeg. Dus ja, ik spreek met veel family offices in Australië en kleinere instellingen. De grote superfondsen zijn er nog niet. Vanuit hun oogpunt is er nog veel voorlichting nodig. Dus het zal nog wel even duren, denk ik.”

Apollo Capital is een vermogensbeheerder die zich richt op het toegang bieden tot crypto-beleggingsmogelijkheden voor financiële instituties. Een van haar laatst gelanceerde fondsen is het Apollo Capital Frontier Fund, dat zich richt op non-fungible tokens (NFT) en decentralized finance (DeFi).

Het tij keert voor financiële instituties

Andersson verwacht dat het sentiment in de toekomst enorm snel kan veranderen. Volgens hem is het waarschijnlijk dat er op den duur een grote omslag zal komen waarne vrijwel iedereen, waaronder de superfondsen, bijna genoodzaakt zullen worden om in cryptocurrencies te investeren.

“Niemand wil de eerste zijn in zoiets als dit. Want als je de eerste bent en het gaat mis, dan is er een carrière risico. Dat zal op een gegeven moment omslaan naar het tegenovergestelde. Op een gegeven moment, als de prijzen stijgen, dan willen mensen het niet meer missen. En als anderen investeringen doen, dan wordt het een loopbaan-risico om niet te investeren.”

Hoe lang dit nog gaat duren kan Andersson niet zeggen. Wel ziet hij langzaam tekenen dat het de goede kant op gaat.