5 Bitcoin-fabels die je familie op tafel kan gooien met kerst

Tijdens het kerstdiner passeren de gebruikelijke onderwerpen de revue. Van de kalkoen tot politiek, van de wijn tot woningprijzen. Maar als jij een van de weinigen aan tafel bent die in Bitcoin (BTC) investeert, is de kans groot dat crypto ook ter sprake komt. Wat kun je deze kerst verwachten?

1. Bitcoin is alleen voor criminelen

Deze mythe hoor je vaak als iemand met een stevige mening zich over crypto buigt. Het klopt, criminelen hebben in het verleden Bitcoin gebruikt (en doen dat nog steeds). Maar dat geldt net zo goed voor contant geld, en dat verbieden we ook niet.

Bitcoin-transacties worden overigens vastgelegd op een openbare blockchain, waardoor ze juist goed te volgen zijn. Overheden en opsporingsdiensten maken daar steeds vaker actief gebruik van. 

Het echte probleem was jarenlang het gebrek aan regelgeving, maar ook daarin wordt nu vooruitgang geboekt. In de Verenigde Staten en Europa gelden inmiddels strenge regels, zoals Know Your Customer (KYC)-verificatie op exchanges. Daardoor wordt het voor criminelen steeds lastiger om via crypto geld wit te wassen.

Waarschijnlijk valt crimineel gebruik niet volledig te voorkomen, maar dat geldt ook voor gewoon fiatgeld zoals de euro en dollar. De echte vraag is: wat levert Bitcoin netto op? Als de maatschappelijke meerwaarde groot genoeg is, dan weegt dat zwaarder dan de schaduwzijde.

2. Bitcoin heeft geen echte waarde

Bitcoin is “lucht” of “digitale tulpen”, zegt je tante wellicht. Ook dit is een bekende misvatting. Het is dan goed om eerst te vragen: wat maakt iets waardevol? Waarom accepteren we euro’s of dollars?

Net als goud of fiatgeld heeft Bitcoin geen intrinsieke waarde. Het draait allemaal om vertrouwen. Goud is waardevol omdat het bepaalde kwaliteiten heeft. Het is schaars, vergaat niet en is moeilijk te vervalsen. 

Bitcoin heeft vergelijkbare eigenschappen, maar dan digitaal. Er zullen nooit meer dan 21 miljoen BTC bestaan. Dat maakt het aantrekkelijk als alternatief voor goud.

Steeds meer mensen, bedrijven en zelfs landen leggen hun vertrouwen in Bitcoin. Zo beschikt de Amerikaanse overheid sinds maart over een nationale Bitcoin-reserve van 328.372 BTC, bestaande uit inbeslaggenomen munten.

Daarnaast hebben inmiddels 209 beursgenoteerde bedrijven samen bijna 1,09 miljoen Bitcoin in bezit, aldus data van BitcoinTreasuries. Dit is goed voor ongeveer 5,5 procent van de totale circulerende voorraad.

Net zoals we massaal euro’s accepteren omdat we geloven dat de ECB die munt beheert, vertrouwen miljoenen mensen wereldwijd op de spelregels van het Bitcoin-netwerk (die door niemand aangepast kunnen worden).

3. ‘Het is te laat om nog in te stappen’

Ook een veelgehoorde kritiek is dat het te laat is om nog in te stappen. “Was ik maar in 2010 begonnen”, zegt je schoonfamilie mogelijk. Toch heeft de digitale munt nog altijd een enorme potentie.

Als de digitale munt inderdaad een betere vorm van goud is, dan zijn we nog steeds vroeg. Op het moment van schrijven bedraagt de marktkapitalisatie van BTC zo’n 1,8 biljoen dollar.

Ter vergelijking: goud heeft een totale marktwaarde van bijna 13 biljoen dollar. De Bitcoin koers zou nog met meer dan 600 procent kunnen stijgen als het de waarde van goud zou evenaren..

4. ‘Overheden gaan Bitcoin toch verbieden’

Dan een andere veelgehoorde kritiek: “Als het verboden wordt, ben je alles kwijt.” Maar dat is niet echt realistisch. Bitcoin is een wereldwijd decentraal netwerk. Zelfs als één land het verbiedt, blijft het elders bestaan, net als het internet.

In plaats van een verbod kiezen steeds meer landen bovendien voor regulering. Denk aan de Verenigde Staten waar duidelijke wetgeving in de maak is en aan de Europese Unie met de MiCA-regels.

Zelfs in landen die eerder streng optraden, zoals China, is Bitcoin nooit volledig verdwenen. Een wereldwijd verbod is technisch onhaalbaar en politiek niet realistisch. De Amerikaanse president Donald Trump wil van de VS zelfs de ‘crypto-hoofdstad van de wereld’ maken.

5. ‘Bitcoin is slecht voor het milieu’

Bitcoin gebruikt energie, dat klopt. Het netwerk verbruikt jaarlijks ongeveer 204 terawattuur aan elektriciteit, vergelijkbaar met het totale verbruik van landen als Argentinië of Polen. Maar context is belangrijk: wat krijgen we ervoor terug?

Bitcoin is een digitale, gedecentraliseerde waardeopslag, vergelijkbaar met goud. En ook goud kost veel energie om te delven, jaarlijks zo’n 132 terawattuur aan elektriciteit, aldus data van Digiconomist. Bovendien heeft goud een flinke ecologische voetafdruk door fysieke mijnbouw, die vaak plaatsvindt in kwetsbare ecosystemen,

Daarbij wordt mining steeds duurzamer. Uit onderzoek van het Cambridge Centre for Alternative Finance blijkt dat inmiddels meer dan de helft van alle mining-activiteiten gevoed wordt door duurzame energiebronnen zoals waterkracht, wind en zon. 

In Japan en Texas worden reststromen van groene energie zelfs gebruikt om Bitcoin te minen. De sector zet dus serieuze stappen richting verduurzaming.