De komst van de Bitcoin (BTC) heeft een revolutie teweeggebracht in de betalingssector door gecentraliseerde systemen te verwijderen en de behoefte aan dure en vaak ingewikkelde tussenpersonen achterwege te laten. Laten we ter illustratie eens kijken naar betalingen via traditionele gecentraliseerde systemen en deze vergelijken met BTC.

Gecentraliseerde betalingen

Betalingen via traditionele financieringskanalen geschieden via tussenpersonen (financiële instellingen met bepaalde rollen en een niveau van vertrouwen).

Dit zijn de kenmerken van een dergelijk systeem (in notendop):

  • Mogelijkheid bieden voor omkeerbare transacties;
  • Er dient vertrouwen te bestaan in het gebruik van die tussenpersonen;
  • Zorg dragen dat geld gecreëerd wordt;
  • Te allen tijde (in theorie) toegang bieden tot privévermogen;
  • Tussenpersonen nemen een percentage, wat de transactiekosten verhoogt en hun minimumprijs bepaalt;
  • Kosten in rekening brengen bij de gebruikers van die diensten;
  • De omkeerbaarheid van transacties verhoogt de kosten van services;
  • Omdat de betaling geannuleerd kan worden, is de verkoper enigszins verzekerd;
  • Een bepaald percentage van fraude is onvermijdelijk.

Maar wat als er een betalingssysteem zou zijn waardoor twee deelnemers direct geld of op geld waardeerbare vermogensbestanddelen kunnen overboeken, zonder dat zij elkaar hoeven te vertrouwen in het kader van verzenden/ontvangen van geld en zonder tussenkomt van tussenpersonen? En wat als er een betalingssysteem zou zijn die mensen (in plaats van theoretische mogelijkheden) te allen tijde beschikking/beveiliging biedt over het beheer van het vermogen?

Dit is precies wat BTC op basis van de blockchain-technologie doet.

Hoe werkt het?

Informatie (blokinfo, teller en lijst met transacties) wordt in blokken vastgelegd. Wanneer een blok (ter grootte van maximaal 1 MB) vol is, verschijnt er een nieuw blok. De blokken zijn lineair met elkaar verbonden, de een na de ander in volgorde en elk blok bevat informatie (hash) over de vorige. Daarom kan men, als men dat wil, alle informatie tot het eerste blok terugvinden. Dit blokkensysteem kun je vergelijken met een grootboek waarin alle handelingen zijn terug te vinden.

We definiëren elektronische munten als een reeks digitale handtekeningen. Persoon A stuurt de munt naar persoon B, ondertekent de hash van de vorige transactie (bevestigd en erkent), de openbare sleutel van persoon B, en koppelt deze informatie aan de munt.

Hoe bepaalt persoon B echter hoeveel keer iemand deze munt heeft uitgegeven (om dubbel spenderen te voorkomen)? Op een of andere manier dient hij te achterhalen dat geen van de vorige eigenaars de transactie heeft getekend. Hiervoor wordt een tijdstempel geschreven in de blokhash. Het laat zien dat er op dat moment specifieke gegevens bestonden en daarom in de blokhash vielen. Hierdoor blijkt dat alleen de eerste transactie geldig is, dus men hoeft zich geen zorgen te maken over late pogingen tot dubbele uitgaven immers de informatie over de eerste transactie was al aanwezig en omdat deze voor alle systeemdeelnemers is vastgelegd, wordt de foutieve (later) weergegeven transactie verworpen.

Van de kant van de gebruiker ziet de bewerking er als volgt uit: Persoon A opent zijn portefeuille, voert het adres van de ontvanger in met een bedrag van 2.5 (bijvoorbeeld) Bitcoin (BTC) en voert de handtekening uit met behulp van de persoonlijke sleutel (de openbare sleutel of bitcoin-adres is een uniek persoonlijk adres dat in de keten gebruikt wordt, iedereen kan het zien en de privésleutel werkt als een wachtwoord).

Binnen het systeem heeft een transactie drie soorten informatie:

  • Input: met details over waar persoon A BTC’s heeft.
  • Bedrag: Het aantal overgeboekte munten. In dit geval 2,5 BTC.
  • Output: Persoon B BTC wallet-adres.

Input en output

BTC bestaat alleen in de vorm van transactierecords in de elektronische bewaarplaats. Het saldo van persoon A bestaat bijvoorbeeld uit 1 BTC van persoon C en 3 BTC van persoon D. Dit zijn allemaal verschillende transacties die op verschillende tijdstippen zijn uitgevoerd. In de portefeuille van Persoon A worden de records niet samengevoegd in één bestand met 4 BTC, maar worden ze nog steeds afzonderlijk opgeslagen.

Om ervoor te zorgen dat persoon A naar persoon B, 2.5 BTC kan verzenden, probeert de bewaarplaats een bestand met een dergelijke som of een combinatie van gegevens te vinden. In ons voorbeeld is er geen bewerking met een dergelijk bedrag en deze zijn niet cumulatief om de vereiste hoeveelheid te krijgen. Persoon A kan 3 BTC die hij ontvangen heeft van persoon D (de som van de invoer) niet verbreken omdat het systeem een ​​dergelijke verdeling niet toestaat. Daarom moet persoon A 3 BTC verzenden in plaats van 2,5 (outputhoeveelheid) voor twee transacties of twee uitgangen: 2,5 BTC voor persoon B en 0,5 BTC terug in de vorm van verandering. Natuurlijk ziet de gebruiker het verschil niet en dit is slechts een manier om uit te leggen hoe dit in het algemeen werkt.

Samenvattend

De monetaire instellingen worden beheerd door mensen die daarvoor aangesteld zijn. Ons geld (euro) wordt vrijgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB). Uiteraard heeft de overheid ook een taak bij de vervaardiging van betaalmiddelen. Echter, worden de grootste deel van de betaalmiddelen door banken en bedrijven in de wereld teweeggebracht.

Een simpele gedachte die werd bevestigd door de Amerikaanse economist, professor aan de Washingthon University in St. Lous, Hyman Minsky is dat iedereen geld kan vervaardigen maar het grootste probleem, is om het geaccepteerd te krijgen.

Al met al kan er gezegd worden dat de grootste geldvervaardigers de banken zijn. De centrale bank van een land garandeert (indirect) dat banken te alle tijden in staat zullen zijn om betalingen te verrichten.

In 2015 heeft Wim Boonstra met het onderzoek ‘Hoe werkt geldschepping’ onder andere het geconcludeerd: ‘De centrale bank creëert het aggregaat M0 (bankbiljetten en reserves banken). Zij kan dit ongelimiteerd en ‘uit het niets’ doen. De geldscheppingswinst is voor de centrale bank, die veelal eigendom is van de overheid’.

In tegenstelling tot banken, die uit het niets geld kunnen scheppen heeft BTC een gelimiteerd aantal van 21 miljoen beschikbaar (in theorie). Men zou zich kunnen afvragen wie beheert het systeem of van wie is de BTC? Eigenlijk is het antwoord heel simpel, het is te vergelijken met het spreken van een taal. Van wie is de Nederlandse taal? In theorie zou je kunnen zeggen, het is bestemd voor mensen in Nederland om zich verstaanbaar te maken. Echter, kan eenieder deze taal leren en ook toepassen. Het is eigenlijk van iedereen die het wil/kan spreken. Talen komen spontaan naar voren; de consensus over de betekenis van woorden is eerder organisch dan opgelegd door woordenboeken. Zoals woordenboeken het fenomeen van een taal beschrijven in plaats van het te definiëren, zo beschrijven Bitcoin-implementaties de taal van Bitcoin met codes. Niemand wordt gedwongen akkoord te gaan met de definitie van een bepaald woord in een woordenboek, en ze hoeven ook niet akkoord te gaan met code in een bepaalde Bitcoin-implementatie door het uit te voeren.

Hieronder gerelateerde onderwerpen: