Al jaren staat Bitcoin (BTC) centraal als een geheimzinnig, ondoorzichtig betalingssysteem dat voornamelijk nuttig is voor criminelen. Althans, dat is het voornaamste beeld dat critici uitdragen. Volgens voorstanders is de blockchain juist erg transparant. Maar dat is niet van de één op de andere dag gegaan. Het heeft een hoop moeite gekost, waar je nu over kunt lezen in een bijzonder boek over de slimste pioniers uit de crypto-industrie.
Genie ontcijfert Bitcoin-netwerk
In het boek Tracers in the Dark: The Global Hunt for the Crime Lords of Cryptocurrency lees je hoe langzaam duidelijk werd dat blockchains helemaal niet ontraceerbaar zijn, en dat criminelen maar beter een andere manier kunnen vinden om hun ding te doen. Het boek gaat naast het verhaal van een Deense crypto-ondernemer in op het verhaal van de cryptograaf Sarah Meiklejohn, die aan de hand van vernuftige experimenten criminaliteit op de Bitcoin-blockchain bloot wist te leggen.
Meiklejohns fascinatie met crypto en blockchain begon met haar voorliefde voor cryptografie – de kunst van het beveiligen van informatie. Ook Bitcoin maakt gebruik van cryptografie, maar toch is deze data volledig publiek. Alle walletadressen en transacties staan op de blockchain, maar de traceerbaarheid is niet altijd zo goed geweest als nu. Het was vroeger niet eens duidelijk hoeveel Bitcoin-gebruikers er überhaupt waren.
Om de geheimen van de Bitcoin-blockchain te ontrafelen begon ze met het doen van kleine aankopen van schijnbaar willekeurige voorwerpen, zoals een Casio-rekenmachine, sokken van alpacawol en het Guy Fawkes-masker dat de hackergroep Anonymous graag gebruikt. Hiermee kreeg ze stukje bij beetje een beter beeld van welke adressen er allemaal zijn. Elke transactie ging immers naar een ontvangend adres, die op de blockchain weer nader onderzocht kon worden.
Cryptografie belangrijk voor vrijheid
Hetzelfde principe voerde ze uit bij crypto exchanges zoals Mt. Gox en Coinbase, waarmee ze een nog veel groter deel van het netwerk in kaart kon brengen. Zo kon ze meten welke gebruikers hun bitcoins uitgaven, en welke BTC juist gebruikten als oppotmiddel.
Nadat ze de gehele Bitcoin-blockchain downloadde en in een enorme database zette, kon ze alle adressen systematisch aan elkaar linken. Op deze manier kon ze zelfs de 10.000 BTC vinden die Laszlo Hanyecz heeft betaald voor zijn twee pizza’s in mei van 2010. Weg met privacy dus. Toch was Meiklejohns doel niet om de Bitcoin-blockchain en de beveiliging ervan te ‘kraken’, zoals veel ‘crypto-anarchisten’ tegenwoordig willen. Zij proberen op deze manier bijvoorbeeld overheden bloot te leggen. Wel heeft Meiklejohn voor eens en altijd bewezen dat anonimiteit op het Bitcoin netwerk niets meer dan een mythe is.
Ironisch genoeg gelooft ze juist in de noodzaak van écht onbreekbare versleuteling. Dat is belangrijk voor bijvoorbeeld controversieel onderzoek van journalisten en de strijd tegen malafide overheden.
Het bericht Bitcoin’s anonimiteit ontkracht door 27 jarige student, alles is traceerbaar verscheen eerst op Crypto Insiders.