Het Institute of International Finance (IFF) stelt vast dat de wereldwijde schuld in verhouding tot het BBP met 35 procentpunten is gestegen tot meer dan 355% in 2020. Uitgedrukt in geld is die schuld met 24.000 miljard dollar gestegen tot dus 281.000 miljard dollar. Ter vergelijking tussen toen en nu: de wereldwijde schuldquote steeg in 2008 met 10 procentpunten en in 2009 met 15 punten. De IIF zei dat de overheidsschuld is gestegen tot 105% van het BBP, tegenover 88% in 2019. De landen met een grote economie voegden 10.700 miljard aan overheidsschulden toe om te proberen de crisis in te dammen, aldus het IIF. De verwachting is dat de wereldwijde overheidsschuld dit jaar nog eens 10.000 miljard dollar zou kunnen stijgen.
Het tempo van vaccinatie in de strijd tegen Covid-19 verschilt aanzienlijk van land tot land wat volgens het IFF kan leiden tot verdere schuldopbouw. Zwitserland was de enige volwassen markteconomie met een bescheiden daling van de overheidsschulden, zo voegde het IIF er nog aan toe. Wat de bedrijfsschuld betreft: er zijn minder bedrijven over de kop gegaan, maar dat heeft te maken met de overvloedige overheidssteun waar de bedrijven op mogen rekenen. In dat verband denken we automatisch aan de uitgebreide stimuleringsmaatregelen van de overheden, op de eerste plaats van de Amerikaanse overheid. Maar hebben die maatregelen wel zin op langere termijn?
Peter Schiff: het economisch reddingsplan van Biden is zoals een drenkeling een anker toewerpen
Peter Schiff van SchiffGold.com heeft zo zijn bedenkingen bij het enorme stimuleringsplan dat door de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden wordt voorgesteld als het grote Amerikaanse reddingsplan. In een podcast zei Peter Schiff dat het meer lijkt op het toewerpen van een anker gooien naar een drenkeling. Voordat Biden zijn stimuleringsplan aankondigde, verzekerde FED-gouverneur Jerome Powell dat de Amerikaanse centrale bank zal doorgaan met haar soepele monetaire beleid.
Powell benadrukte dat de centrale bank de rente niet snel zal verhogen. Hij verzette zich ook tegen enkele van de andere FED-bestuurders, onder andere Raphael Bostic, president van Atlanta Federal Reserve, die liet doorschemeren dat de centrale bank in de nabije toekomst zou overwegen om de aankopen van obligaties af te bouwen. Powell lijkt oprecht te geloven dat de FED de economische groei kan stimuleren en banen kan creëren door geld te drukken, maar hij is volgens Schiff een blinde die de lamme een handje toesteekt. Hij weet niets van economie en praat met mensen die er niets van weten.
Maar wat erger is – het is niet alleen dat hij niets weet – het is dat hij denkt dat hij iets weet. En wat hij denkt te weten, is verkeerd. En dat is volgens Schiff het echte gevaar. Alle macht ligt in handen van iemand die geen idee heeft, die weet wat hij of zij doet. Macht en onwetendheid is een gevaarlijke combinatie, vooral als iemand voorzitter van de Federal Reserve is. Powell heeft de macht om geld te drukken en denkt dat als hij die macht uitoefent, hij goed bezig is. Maar eigenlijk doet hij meer kwaad dan goed. De overheid moet de last verlichten die ze op de economie legt, ze zou moeten bezuinigingen. In plaats daarvan doet ze het tegenovergestelde en voegt het een inflatoir probleem toe aan het probleem van de pandemie.
Economie zal niet gestimuleerd, maar afgekoeld worden
Het plan van Biden zal volgens Schiff de economie niet stimuleren, maar integendeel afkoelen. Het is dus geen stimulans, maar eerder een kalmerend middel. Biden zei dat de verlengde werkloosheidsuitkeringen mensen zullen helpen rond te komen terwijl ze op zoek zijn naar een baan. Peter Schiff denkt echter dat ze het zoeken naar een baan gewoon zouden kunnen uitstellen.
Ze hoeven niet op zoek te gaan naar werk, want ze hebben een hogere werkloosheidsuitkering dan het loon dat ze kunnen verwachten op de arbeidsmarkt. Biden stelt ook voor om het federale minimumloon te verhogen tot 15 dollar per uur en dat hogere minimumloon zal het voor laaggeschoolde arbeiders een stuk moeilijker maken om een baan te vinden. Het plan van Biden om de werkgelegenheid nieuw leven in te blazen, zal dus het tegenovergestelde resultaat opleveren.
Het zal mensen nog meer stimuleren om niet te werken en het vervolgens een stuk moeilijker maken voor de mensen die willen werken om daadwerkelijk een baan te krijgen. Al deze stimuleringsuitgaven zullen bijna volledig worden gefinancierd door de Federal Reserve. Er zullen misschien wat belastingverhogingen zijn voor ‘de rijken’, maar het bedrag dat die opleveren zal geenszins in de buurt komen om de uitgavenkloof te dichten. De conclusie van Schiff is dan ook duidelijk: dit is geen reddingsplan, het komt erop neer dat een anker wordt toegeworpen aan een drenkeling. Op langere termijn biedt het plan in ieder geval geen oplossing. Op korte termijn kan er wel een positief effect zijn, zo weerlegt een gouverneur van de Federal Reserve de uitspraken van Schiff.
Amerikaanse economie kan veel sneller dan verwacht herstellen
Volgens Raphael Bostic, president van de Federal Reserve in Atlanta, moeten de beleggers inderdaad voorbereid zijn op een veel sneller dan verwacht herstel van de Amerikaanse economie als geen ander. Die zal de economische gevolgen van de pandemie namelijk sneller verwerken dan algemeen wordt aangenomen en daar zijn de financiële markten niet op voorbereid. De redenering die Bostic maakt, is eigenlijk heel eenvoudig. De recessie die we achter de rug hebben was heel anders dan vorige recessies, dus zal ook het herstel heel anders zijn. De beurskoersen zijn al met meer dan 70% gestegen ten opzichte van het dieptepunt tijdens de piek van het coronavirus en ze lijken nog veel hogere koersen in petto te hebben.
Bostic gaat er namelijk van uit dat ook de bedrijfsresultaten fors zullen toenemen. De Amerikaanse economie barst nog steeds uit zijn voegen als gevolg van de opgekropte economische vraag. In de tweede helft van 2020 werd een recordgroei van het BBP opgetekend en de verwachtingen voor 2021 zijn hooggespannen. De economen verwachten voor 2021 de grootste groei-explosie in 38 jaar. Die explosie zal de beleggers niet ontgaan en ze zullen zich massaal op aandelen storten.
Daarbij spelen nog drie andere factoren een rol in het verhaal: (1) de beurs doet het doorgaans goed in het jaar na de presidentsverkiezingen en 2021 is al onder gunstige omstandigheden gestart en (2) Het Congres heeft al 3200 miljard dollar aan steunmaatregelen goedgekeurd en het ziet ernaar uit dat daar nog eens 1900 miljard dollar bovenop zal komen, wat een nieuwe krachtige impuls zal geven aan de beurs en tenslotte (3) de FED is van plan om de rentetarieven in de nabije toekomst bijna nul te houden en is bereid alles te doen om de economische groei te ondersteunen. Tegen die achtergrond valt onmogelijk te voorspellen hoe hoog de beurskoersen zullen stijgen. Bostic scoort misschien een punt wanneer we de vergelijking met het verleden maken.
Verleden suggereert dat we een snel herstel mogen verwachten als Covid eenmaal is verslagen
De huidige economische crisis lijkt in de verste verte niet op de financiële crisis van 2008. De crisis van 2008 had haar oorzaken binnen de financiële wereld zelf, meer bepaald bij de problemen in de Amerikaanse vastgoedsector en de handel in derivaten met hypotheken van twijfelachtige kwaliteit als onderliggende waarde. Daardoor belandde uiteindelijk de bankensector in de problemen. De crisis van 2020-2021 vindt zijn oorsprong echter buiten de financiële wereld en vertoont dan ook heel andere kenmerken. Van wankele fundamentals onder de banken lijkt geen sprake.
Beide crisissen zijn totaal verschillend, zo stelt John Stepek van MoneyWeek. Het herstel zal er dan ook heel anders uitzien. Het zal veel sneller gaan en dat bericht zal de beleggers als muziek in de oren klinken. Kunnen we er inderdaad snel weer bovenop raken na zo’n harde dreun toegediend te krijgen? Het goede nieuws is dat de geschiedenis reden geeft tot optimisme. Veel mensen geloven niet in een dergelijk scenario omdat ze worden beïnvloed door hun herinneringen aan de grote crisis van 2008. Het duurde erg lang om van die crisis te herstellen, als dat al ooit gebeurd is. Met een aantal gevolgen van die crisis hebben we nog altijd af te rekenen.
Is de crisis veroorzaakt door de pandemie erger dan de vorige?
In veel opzichten is crisis veroorzaakt door de pandemie nog erger dan de vorige. Het is daarom belangrijk om te weten hoe lang het herstel zal vergen. Beleggen in een wereld die opnieuw een decennium nodig heeft om weer op de been te raken, is heel anders dan beleggen in een wereld die tegen het einde van volgend jaar zou kunnen herstellen. Zeker wanneer er rekening mee wordt gehouden met feit dat dat er tijdens deze crisis nog meer geld is gedrukt dan er na 2008 is gedrukt.
Waarom is de kans groter dat we veel sneller herstellen van de Covid-crisis dan van die van 2008? Het valt in één woord samen te vatten: de banken. Die banken zijn, in tegenstelling tot in 2008, gezond uit de crisis veroorzaakt door de pandemie gekomen.
Er zijn twee soorten economische crisissen: geopolitieke zoals eerdere epidemieën, grote oorlogen of het olie-embargo van westerse landen in 1973-1974.
De andere categorie zijn financiële crises: economische ineenstortingen veroorzaakt door het bankroet. Maar om een lang verhaal kort te maken: wanneer een geopolitieke ramp toeslaat, krijgt de economie een forse oplawaai en stuikt te in elkaar. Ze springt vervolgens snel weer overeind en meestal zijn er geen blijvende littekens. Een financiële crisis is heel anders. Maar het economisch herstel mag niet los gezien worden van een factor waar momenteel nog te weinig reden mee wordt gehouden. En dat is de factor van de inflatie. Die inflatie kan als spelbreker inderdaad het economisch herstel afremmen.
Inflatievrees doet onrust op de beurzen toenemen
Volgens Mark Hulbert van MarketWatch raken de beleggers stilaan in de ban van de inflatievrees. Dat heeft alles te maken met een snelle toename van de inflatieverwachtingen. Tot niet zo lang geleden werd uitgegaan van een toekomstige inflatie van 0,50%, maar momenteel wordt gerekend op een inflatieniveau van 2% of zelfs daarboven. Meer inflatie is uiteraard geen goed nieuws voor beleggers in aandelen.
Maar toch maakt Hulbert zich niet zo veel zorgen over het gevaar van inflatie op wat langere termijn. Hij sprak in dat verband met Richard Warr, hoogleraar financiën aan de North Carolina State University. Warr was co-auteur van een baanbrekende studie uit 2002 in de Journal of Financial and Quantitative Analysis, waaruit bleek dat aandelen eigenlijk een goede lange termijn dekking zijn tegen inflatie. Zijn co-auteur was Jay Ritter, hoogleraar financiën aan de Universiteit van Florida.
Warr is van mening dat aandelen een goede bescherming bieden omdat inflatie de waardering van aandelen op twee manieren beïnvloedt, die elkaar grotendeels compenseren. Hogere inflatie betekent inderdaad dat toekomstige omzetten tegen een hoger tarief moeten worden verdisconteerd bij het berekenen van hun huidige waarde, rekening gehouden met de inflatie. Bedrijven kunnen hun klanten hogere prijzen aanrekenen wanneer de inflatie hoger is. Vanwege dit grotere vermogen tot prijszetting kan de omzet in de jaren nadien hoger zijn dan anders het geval zou zijn geweest. Beleggers focussen zich doorgaans op slechts de eerste van deze twee gevolgen van inflatie, zei Warr.
Wat met de ‘inflatie-illusie’?
Ze zien alleen dat inflatie de waarde van toekomstige omzetten verlaagt, maar zien over het hoofd dat prijsverhogingen dit effect teniet kunnen doen. Deze foutieve opvatting is te wijten aan een eigenschap die economen ‘inflatie-illusie’ noemen. Deze illusie werkt in het voordeel van aandelen te zijn wanneer de inflatie daalt of laag is. De lage inflatie brengt mee dat de rentevoeten ook laag zijn, zodat de beleggers op zoek naar rendement weinig andere keuzemogelijkheden hebben dan aandelen die een aantrekkelijk dividend uitbetalen.
Het gevaar dat inflatie de bedrijfswinsten aantast, is namelijk zo goed als onbestaande. Het resultaat van deze evolutie zijn onredelijk hoge waarderingen zoals we die in de afgelopen jaren te zien kregen. Wanneer de inflatie daarentegen begint te stijgen, maken beleggers precies de tegenovergestelde fout. Ze vrezen dat de toekomstige bedrijfswinsten door de inflatie aangevreten zullen worden. Daardoor komen ze tot de conclusie dat de aandelenwaarderingen te hoog zijn vanwege de te hoge inflatie. Met een golf van verkopen op de beurs tot gevolg.
Hebben investeerders geleerd van hun foute gedrag in het verleden en daarom ditmaal geen aandelen dumpen als de inflatie de komende maanden nog verder oploopt? Warr durft daar de hand niet voor in het vuur steken. De meeste beleggers hebben het grootste deel van hun leven in een omgeving met lage inflatie geleefd, dus ze hebben niet de gelegenheid gehad om de lessen te leren die de geschiedenis ons leert over inflatie en de aandelenmarkt. Als Warr gelijk heeft, zullen verstandige beleggers de komende maanden de kans krijgen om aandelen op goedkopere niveaus te kopen. Maar wat als Warr ongelijk krijgt en de inflatie voor meer problemen zorgt dan momenteel voor mogelijk wordt gehouden? Dat is stof voor een volgend verhaal.
Harm van Wijk
The post Analyse: Het economisch reddingsplan van Biden is zoals een drenkeling een anker toewerpen: wie lost het probleem van de schuldenberg op?
appeared first on Biflatie.