De Amerikaanse inflatie kwam dinsdag 13 september binnen op 8,3 procent. Dat is alweer een stuk lager dan de 9,1 procent van juni, maar hoger dan de gehoopte 8,1 procent. De verwachting is dan ook dat de Federal Reserve op 21 september hard ingrijpt met een relatief stevige renteverhoging.
Kern-inflatie baart zorgen
Met name de zogenaamde kern-inflatie in de Verenigde Staten baart de markt en het Amerikaanse volk zorgen. De kern-inflatie meet de prijsstijgingen zonder de energie- en voedselprijzen en is in augustus met 6,3 procent toegenomen ten opzichte van één jaar geleden. Dat is zorgwekkend, omdat deze in zowel juni als juli op 5,9 procent lag. Het is een signaal dat de inflatie nog allesbehalve voorbij is.
Investeerders en beleidsmakers volgen de kern-inflatie aandachtig, omdat deze regelmatig een goede voorspeller blijkt voor toekomstige inflatie. “Deze cijfers zijn heet van de naald en reflecteren het effect van de hogere energieprijzen van eerder dit jaar. Inflatie is een koppig beestje”, aldus Jamie Cox, managing partner voor Harris Financial Group in een statement.
Inzoomen op de inflatie
Overigens zijn niet alle goederen en diensten in prijs gestegen in de Verenigde Staten. De benzineprijzen zijn van juli op augustus zelfs met 10,6 procent gedaald. Daarmee zijn de benzineprijzen ten opzichte van de top van juni zelfs met 26 procent gedaald. Het is dus veilig om te zeggen dat de inflatie op dit moment niet voortkomt uit een stijging van de benzineprijzen in de Verenigde Staten.
Voor de meeste goederen zijn de prijzen echter behoorlijk gestegen. Neem bijvoorbeeld de voedselprijzen die van juli op augustus met 0,8 procent zijn toegenomen. De prijzen voor nieuwe auto’s zagen een vergelijkbare stijging. Ook de kosten voor medische zorg, educatie, elektriciteit en gas zijn de afgelopen maand toegenomen.
Een belangrijk datapunt voor de inflatie zijn de huisvestingskosten. Die zijn van juli op augustus met 0,7 procent gestegen. Deze kosten zijn verantwoordelijk voor 1/3e van de totale consumentenprijsindex. Zodra de huisvestingskosten in de lift zitten, is het lastig voor de inflatie om de andere kant op te vallen.
Wat betekent dit voor crypto?
Voor de crypto-markt betekent de hoge inflatie dat er een aantal lastige maanden aankomen. De verwachting is dat de Federal Reserve op 21 september hard ingrijpt om de inflatie de kop in te drukken. Waar er in eerste instantie nog ruimte leek voor een renteverhoging van ‘slechts’ 0,50 procent, is de verwachting nu dat we minimaal een verhoging van 0,75 procent krijgen. Een renteverhoging van 0,75 procent krijgt van de markt nu een kans van 73 procent, terwijl een verhoging van 1 procent een kans van 27 procent krijgt.
Momenteel ligt de rente op 2,25 tot 2,50 procent, waarmee een stijging van 0,75 procent deze tot 3,00 tot 3,25 procent brengt. Bitcoin en de rest van de crypto-markt hebben het al het hele jaar zwaar met de renteverhogingen van de Federal Reserve. Het is dan ook niet vreemd dat de markt aan een duikvlucht begon nadat de zorgwekkende inflatiecijfers naar buiten kwamen.
Voor nu is het afwachten tot 21 september en hopen dat de Federal Reserve een renteverhoging van 0,75 procent voldoende acht. Mocht dat het geval zijn, dan is er een kans dat de koersen een kleine sprong maken. Als de Federal Reserve kiest voor een verhoging van 0,75 procent, dan is daarmee de verhoging van 1 procent van tafel. Andersom zou een verhoging van 1 procent de markten waarschijnlijk opnieuw pijn doen.
The post Inflatierapport houdt Federal Reserve op agressief-rentepad, wat betekent dit voor crypto? appeared first on BLOX | Nieuws.